cytarabine
-
Inleiding
Cytarabine is een kankerremmende stof (cytostaticum).
Artsen schrijven cytarabine voor bij bepaalde vormen van leukemie (kanker in bloed en beenmerg), lymfeklierkanker en kanker van de hersenvliezen.
-
Bijwerkingen
Dit medicijn heeft een krachtig werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen, maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.
Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het middel erger is dan de kwaal. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Bovendien gaan de meeste bijwerkingen na de chemokuur geleidelijk over.
Dit medicijn kan via een injectie of infuus in een bloedvat worden toegediend en als infuus in het ruggenmerg. In dit laatste geval komt het medicijn bijna niet in de bloedbaan terecht. Hierdoor zijn er minder bijwerkingen op maag en darmen of het bloed, maar zijn er meer bijwerkingen op het zenuwstelsel.
Soms, 6 tot 12 uur na toediening van het infuus of injectie in een bloedvat
- Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan koorts, spierpijn, pijn in botten, af en toe pijn op de borst, misselijkheid, huiduitslag en geïrriteerde ogen. Raadpleeg dan uw arts.
Zeer zelden kunt u duizelig worden en flauwvallen. Verder kunt u zwellingen krijgen van de mond, keel of tong. U kunt hierbij erg benauwd worden. Waarschuw dan direct een arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
Als u overgevoelig bent en toch dit medicijn moet gebruiken, zal de arts u een medicijn tegen allergie geven, zoals een bijnierschorshormoon. Bij volgende kuren kunt u het bijnierschorshormoon van tevoren krijgen, zodat de overgevoeligheid niet optreedt.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen), bij infuus of injectie in een bloedvat of onder de huid
- Pijn of ontsteking op de plaats van injectie. Zeer zelden bloeduitstorting of bloeding op de plaats van injectie.
- Minder rode en witte bloedcellen. Hierdoor kunnen bloedarmoede en infecties ontstaan. De infecties zijn bijvoorbeeld griep, verkoudheid, keelontsteking, longontsteking, blaasontsteking, schimmelinfecties of huidinfecties, zoals steenpuisten. Soms is het nodig de dosering te verlagen of de volgende toediening uit te stellen. De arts zal uw bloed tijdens de behandeling regelmatig laten controleren.
Neem bij de volgende verschijnselen contact op met uw arts: onverklaarbare koorts of keelpijn, koude rillingen, hoesten , benauwdheid, blaasjes in de mond en keel, pijn bij het plassen en extreme vermoeidheid. - Minder bloedplaatjes. Hierdoor kunnen bloedingen ontstaan. U merkt dat aan bloedneuzen, onverklaarbare blauwe plekken, bloed in de urine of het ophoesten van bloed. Raadpleeg dan een arts.
- Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree, buikpijn, maagpijn, brandend maagzuur en slokdarmontsteking. Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van slokdarm, maag en darmen. Om maagpijn, slokdarmontsteking en brandend maagzuur te bestrijden, kan de arts een maagbeschermend medicijn voorschrijven.
Bij misselijkheid schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Blijft u misselijk of moet u vaker dan 1 keer per dag braken? Overleg dan met uw arts.
Bij een aantal mensen ontstaat ernstige diarree. Zorg dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven.
Neem contact op met uw arts als u behalve uw normale ontlastingpatroon 4 keer of vaker per dag dunne ontlasting heeft of als u ook 's nachts diarree heeft. - Pijnlijke mond, tong, keel en anus. Ook moeite met slikken. Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en anus. Soms ontstaat een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie.
Ingrepen aan uw gebit of in uw mond kunnen de klachten verergeren. Daarom is het verstandig vóór u aan de chemokuur begint, uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een aantal maal per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een desinfecterende mondspoeling. - Huiduitslag, zoals bultjes, rode huid, galbulten, ontsteking van de kleine bloedvaatjes in de huid. Zelden ontstaat jeuk of wondjes op de huid. Dit verdwijnt weer na stoppen van de behandeling. Zeer zelden ontstaat huidverkleuring (pigmentvlekken).
- Het hand-voet-syndroom. Hierbij raken uw handen en voeten rood en opgezwollen met pijn, branderig gevoel, kloven, blaren, eelt of vervellen. Waarschuw uw arts als u deze verschijnselen krijgt.
- Tips om deze klachten te voorkomen: gebruik een vochtinbrengende crème op uw handen en voeten. Breng de crème voorzichtig op. Wrijf hem niet in, want dan krijgt u sneller last van blaren. Draag schoenen die goed passen en niet knellen. Soms helpt het als u eelt laat verwijderen. Laat dat doen door een gespecialiseerde pedicure. Overleg dit met uw arts.
- Haaruitval. Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar. Na de behandeling zal het haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.
- Zenuwbeschadiging, vooral na behandeling met hoge dosis. Dit merkt u aan sufheid, moeite met spreken, duizeligheid, hoofdpijn, draaierig gevoel of verwardheid. Ook kunt u last krijgen van een doof, tintelend of branderig gevoel of pijn in armen of benen, trillende handen, moeite met bewegen, een verminderd bewustzijn en coördinatieproblemen. Deze verschijnselen verdwijnen weer na afloop van de behandeling.
- Gewrichtspijn.
- Oogontsteking. U merkt dat aan een branderig gevoel, tranen, wazig zien, moeilijk in het licht kunnen zien. Deze bijwerking gaat vanzelf over na stoppen van de behandeling. De arts kan u oogdruppels voorschrijven om deze bijwerking te verminderen.
- Minder eetlust.
- Verminderde werking van de nieren. U merkt dat aan donkere urine, of niet meer kunnen plassen. Waarschuw dan een arts.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen), bij infuus of injectie in bloedvat
- Hoofdpijn, keelpijn.
- Benauwdheid, luchtweginfectie en andere longaandoeningen. Waarschuw bij benauwdheid uw arts.
- Sepsis. Dit is een hevige reactie van het lichaam op een infectie met bacteriën, virussen of schimmels. U merkt het aan koorts of juist een te lage temperatuur, snelle ademhaling en snelle hartslag. Waarschuw dan direct een arts.
- Hartaandoeningen, zoals pijn op de borst bij inspanning, hartritmestoornissen en hartfalen. Raadpleeg uw arts als u vocht vasthoudt (dikke enkels), hartkloppingen heeft of pijn op de borst krijgt.
- Lever aandoening. Uw arts zal de werking van uw lever regelmatig controleren. Waarschuw uw arts bij pijn in de bovenbuik en bij een gele kleur van huid en oogwit.
- Beschadiging van spieren, spierkrampen. In zeer zeldzame gevallen kan dit medicijn de spieren aantasten, waardoor ook een nieraandoening kan ontstaan. Neem bij onverklaarbare spierpijn en donkere urine contact op met uw arts.
Waarschuw ook uw arts bij koorts en uitdroging (te merken aan dorst, slaperigheid een snelle hartslag en niet of weinig plassen). - Onvruchtbaarheid of verminderde vruchtbaarheid.
- Bij vrouwen kan cytarabine de geslachtshormonen beïnvloeden. Hierdoor raakt de menstruatie verstoord of begint de overgang eerder. De menstruatie kan uitblijven, langer duren of er kunnen tussentijdse bloedingen optreden.
- Bij sommige mannen kan de vorming van zaadcellen stoppen, waardoor zij onvruchtbaar worden. Bespreek met uw arts de mogelijkheid om zaadcellen te laten invriezen voor u met de behandeling start.
- Meer kans op andere vormen van kanker. Cytarabine kan het DNA in de cellen aantasten, waardoor (in zeldzame gevallen) juist kanker kan ontstaan. Uw arts zal samen met u de voordelen van het gebruik afwegen tegen het risico.
Bij toepassing van een infuus in het ruggenmerg kunnen de volgende bijwerkingen optreden:
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
- Ontsteking van de vliezen rond het ruggenmerg. U merkt dat aan hoofdpijn, koorts, stijve nek, pijn in de rug, zwak gevoel, misselijkheid en braken. De arts schrijft daarom altijd ook dexamethason voor. Dit is een bijnierschorshormoon dat deze verschijnselen voorkomt.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
- Beschadiging van de zenuwen. Er is een kans dat dit leidt tot verlammingen, blind- of doofheid, verlies van controle over blaas en darmen, aanvallen van epilepsie, pijn in armen en benen, doof en tintelend gevoel, extreme slaperigheid. Neem meteen contact op met uw arts bij deze verschijnselen, of als u merkt dat u minder goed gaat zien of horen.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als u veel last heeft van één van de bovengenoemde bijwerkingen. Soms is het nodig om de dosering aan te passen zodat de bijwerkingen verminderen. Soms ook zal de arts een ander medicijn voorschrijven tegen de bijwerkingen.
Bespreek ook met uw arts of verpleegkundige als u zich zorgen maakt over bijwerkingen. Ervaart u andere bijwerkingen dan die hierboven staan? Meld dat dan aan uw apotheek, arts of verpleegkundige.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen - Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dat aan koorts, spierpijn, pijn in botten, af en toe pijn op de borst, misselijkheid, huiduitslag en geïrriteerde ogen. Raadpleeg dan uw arts.
-
Gebruik
Dit medicijn wordt in het ziekenhuis toegediend.
Hoe?
Het medicijn kan op verschillende manieren worden toegediend: per injectie in een bloedvat of onder de huid, per infuus in een bloedvat en bij sommige soorten kanker in de hersenen of hersenvliezen via een infuus in het ruggenmerg.Wanneer?
Per soort kanker is er een ander type behandeling met een ander toedienschema. Uw arts bepaalt dit voor iedere individuele patiënt afzonderlijk.Hoelang?
Het is afhankelijk van de soort cytostaticum-kuur hoe vaak u de injecties of infusen krijgt toegediend. Meestal is dit 5 tot 10 dagen achter elkaar, waarna een pauze volgt van een of meer weken. Als onderhoudsbehandeling wordt het ook wel 1 tot 2 keer per week gegeven.
Een infuus in het ruggenmerg, kan 1 keer per dag tot 1 keer per 14 dagen worden toegediend. Als onderhoudsbehandeling ook wel 1 keer per 4 weken.Wat te doen met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel?
Voorkom dat uw directe omgeving, zoals huisgenoten, in aanraking komt met uw lichaamsvloeistoffen. U mag elkaar wel aanraken, zoals bij knuffelen en zoenen. Het gaat alleen om maatregelen in verband met urine, ontlasting, bloed, wondvocht of braaksel, omdat het medicijn hierin aanwezig is. De mensen die u verzorgen zullen bij uw verzorging altijd wegwerphandschoenen dragen.Bij toediening als infuus of injectie in bloedvat
Neem tijdens de behandeling en tot 2 dagen na het laatste infuus de volgende maatregelen.- Mannen kunnen het best zittend plassen (net als vrouwen), om spatten te voorkomen. Was na elk toiletbezoek de handen.
- Spoel na het gebruik van het toilet tweemaal achtereen door, met het wc-deksel dicht. Zo voorkomt u spatten. Maak het toilet elke dag schoon.
- Zit op kleding of beddengoed met urine, ontlasting, bloed of braaksel? Doe het meteen in de wasmachine. Was het niet samen met ander wasgoed. Wast u het niet meteen? Bewaar het dan in een afgesloten plastic zak. Neem urine, ontlasting en braaksel op met een wegwerponderlegger of met keukenpapier. Gooi de materialen weg in een dubbele afvalzak. Maak de plek daarna eventueel schoon met een sopje. Spoel het sopje door het toilet. Was het sopdoekje op dezelfde manier als kleding en beddengoed.
- Ook bloed en wondvocht kunnen het medicijn of restanten ervan bevatten. Verband, gaasjes en al het overige wegwerpmateriaal kunnen in een dubbele afvalzak.
-
Vergeten
Bent u de afspraak vergeten? Neem dan meteen contact op met het ziekenhuis om een nieuwe afspraak te maken.
-
Let op
autorijden?
Heeft u last van sufheid of een draaierig gevoel? Dan kan dit uw rijvaardigheid beïnvloeden. Rijd geen auto zolang u hier last van heeft.alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van maag en darmen. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op uw maag en de darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de chemokuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Bepaalde soorten voedsel zijn echter af te raden als u last heeft van uw maag.Op deze site kunt u onder 'Klachten & Ziektes', 'Maagklachten' adviezen vinden voor mensen met maagklachten.
-
Wisselwerking
Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen en niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'Samenstelling'.
De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.
- Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Cytarabine vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere griepvaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker. - De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine en valproïnezuur. Cytarabine kan de werking van deze medicijnen beïnvloeden. Uw arts zal de hoeveelheid in het bloed van deze epilepsiemedicijnen extra controleren.
- De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Cytarabine kan de werking hiervan beïnvloeden. Meld de trombosedienst als u begint met cytarabine, als de dosering verandert en als u stopt met cytarabine.
Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.
Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt. Er staat ook andere belangrijke informatie op. Bijvoorbeeld of u allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.
- Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Cytarabine vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
-
Zwangerschap
Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of wilt worden. Er is een grote kans dat het medicijn aangeboren afwijkingen bij het kind veroorzaakt. Tijdens de chemokuur en tot 6 maanden daarna mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt. Als dit gebeurt, kan het ernstige bijwerkingen bij het kind veroorzaken. -
Stoppen
Een kuur met cytarabine is zwaar en kan moeilijk vol te houden zijn, ook al helpt het u de ziekte te bestrijden. Wordt de behandeling u te zwaar, bespreek dat dan met uw arts of verpleegkundige. Samen kunt u de bijwerkingen bespreken en kijken of er aanpassingen of alternatieven mogelijk zijn.
-
Handelsinformatie
Cytarabine is sinds 1969 internationaal op de markt. Het is verkrijgbaar op recept als injectie of infuus als het merkloze Cytarabine. Het is ook als injectie voor toepassing in het ruggenmerg verkrijgbaar onder de merknaam DepoCyte.
-
Disclaimer
Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. De officieel geregistreerde gegevens van dit medicijn bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen vindt u op: www.cbg-meb.nl . Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst.