Introductie
Dit medicijn is een anticonceptiemethode in de vorm van een pleister. De pleister moet men wekelijks vervangen gedurende drie weken. Het bevat de vrouwelijke geslachtshormonen ethinylestradiol en norelgestromine.
Ethinylestradiol is een oestrogeenhormoon en norelgestromine een progestageenhormoon. Oestrogeen- en progestageenhormonen spelen een belangrijke rol bij de vruchtbaarheidscyclus.
De pleister geeft dagelijks een kleine hoeveelheid hormoon af aan het bloed. Deze hoeveelheid is vergelijkbaar met een zogenaamde sub-30-pil. Dit betekent dat deze pleister dagelijks minder dan 30 microgram oestrogeenhormoon aan het bloed afgeeft.
De pleister kan worden gebruikt om zwangerschap te voorkomen. Hierbij wordt het ook wel gebruikt om de menstruatie uit te stellen.
Instructiefilmpje
Film 1 - Gebruiksinstructie transdermale pleister
Highlight
- Pleister met de vrouwelijke hormonen ethinylestradiol en norelgestromine.
- Om niet zwanger te worden of om uw ongesteldheid (menstruatie) uit te stellen. U moet elke week een nieuwe pleister plakken. Dit moet u 3 weken achter elkaar doen. In de vierde week plakt u geen pleister. In deze week wordt u ongesteld. Hierna begint u opnieuw met elke week een pleister te plakken.
- Gebruikt u de pleister voor het eerst? Begin dan op de eerste dag van uw menstruatie. Dan is de pleister meteen betrouwbaar.
- Gebruikte u eerst een andere manier om niet zwanger te worden? Lees dan de uitleg op deze site of vraag uw apotheek om uitleg.
- Zorg dat de huid waarop u de pleister plakt, schoon en droog is. Plak de pleister NIET op uw borsten.
- De huid onder de pleister kan gaan irriteren. Plak een nieuwe pleister daarom steeds op een andere plek.
- U kunt last krijgen van bloedverlies tussen het ongesteld zijn door, buikpijn, misselijkheid, hoofdpijn en stemmingsveranderingen.
- Veel bijwerkingen gaan binnen 3 maanden vanzelf weg. Blijft u last houden? Bespreek dit dan met uw arts of apotheker.
- De pleister heeft veel wisselwerkingen met andere medicijnen. Laat uw apotheker daarom controleren of u deze veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen. Ook medicijnen die u zonder recept heeft gekocht.
Werking
Voorkomen van zwangerschap
Werking
De combinatie van oestrogeen- en progestageenhormonen in de pleister remt de eisprong en voorkomt dat een eicel vrijkomt tijdens de cyclus. Bovendien maken de hormonen de slijmprop in de baarmoederhals moeilijk doordringbaar voor zaadcellen. Ook de binnenkant van de baarmoeder wordt minder geschikt voor het innestelen van een eventueel bevruchte eicel.
Wanneer beginnen
Om zeker te zijn van een betrouwbare anticonceptie moet u de eerste keer beginnen op de eerste dag van de menstruatie. De pleister is dan meteen betrouwbaar. Kies hiervoor de eerste dag dat de menstruatie goed doorzet. Sommige vrouwen hebben namelijk daarvoor een aantal dagen last van licht bloedverlies (‘spotting’).
Als u eerst een andere anticonceptiemethode heeft gebruikt: zie de rubriek ‘Hoe moet ik dit medicijn gebruiken.’
Effect
De betrouwbaarheid van de pleister is vergelijkbaar met de gewone anticonceptiepil. Voor vrouwen die vaak de gewone pil vergeten in te nemen kan het gebruik van de pleister van voordeel zijn. Men hoeft er immers maar één keer per week aan te denken.
De pleister moet wel precies volgens de gebruiksaanwijzing worden gebruikt. Zie hieronder bij ‘Hoe moet ik dit middel gebruiken?’. In de praktijk blijkt slordigheid bij het gebruik de oorzaak van enkele zwangerschappen te zijn geweest. Daarnaast kan de pleistermethode minder effectief zijn bij vrouwen met ernstig overgewicht (obesitas).
Lees meer over voorkomen van zwangerschap . "Menstruatie uitstellen
U kunt verschillende reden hebben om uw menstruatie uit te willen stellen. Bijvoorbeeld tijdens de vakantie, een sportwedstrijd of vanwege een operatie. Als u de pleister zonder stopweek doorgebruikt, kunt u de menstruatie uitstellen.
Lees meer over menstruatie uitstellen . "Bijwerkingen
Bij sommige vrouwen veroorzaakt dit medicijn bijwerkingen. Als deze bijwerkingen na drie maanden blijven bestaan, is het zinvol met uw arts te overleggen of een andere anticonceptiemethode geschikter voor u is.
De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.
Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)
Vaginaal bloedverlies buiten de stopweek ('spotting')
U heeft meer kans op 'spotting' als u de stopweek overslaat of als u rookt. De pleister blijft betrouwbaar, als u hem volgens de gebruiksaanwijzing hebt gebruikt. Deze tussentijdse bloedingen gaan meestal binnen drie maanden over. Als u last blijft houden, raadpleeg dan uw arts.
Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)
Buikpijn
Als u vooral buikpijn in de stopweek heeft, kunt u de pleister zonder stopweek doorgebruiken. Overleg hierover met uw arts.
Hoofdpijn of migraine
Dit verdwijnt meestal binnen 3 maanden. Als u vooral hoofdpijn in de stopweek heeft, kunt u de pleister zonder stopweek doorgebruiken. Overleg hierover met uw arts.
Misselijkheid en zeer zelden braken
De misselijkheid verdwijnt meestal binnen 3 maanden.
Gevoelige of pijnlijke borsten en zeer zelden afscheiding uit de borsten en groter worden van de borsten
Meestal heeft u binnen 3 maanden geen last meer van gevoelige of pijnlijke borsten.
Gewichtstoename of zeer zelden gewichtsafname
Het is onduidelijk of dit door de anticonceptielpleister komt. Mogelijk wordt u zwaarder doordat u meer vocht vasthoudt.
Stemmingsveranderingen, zoals sneller geïrriteerd, nervositeit of depressie
Als u dit merkt, neem dan contact op met uw arts.
Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)
Irritatie op de plaats waar de pleister is geplakt
Als u dit onaangenaam vindt kunt u een nieuwe pleister op een andere plaats plakken, die dan tot de gebruikelijke vervangdag blijft zitten. De oude pleister kunt u niet opnieuw gebruiken en moet worden weggegooid.
Wegblijven van de menstruatie
Als u een keertje geen menstruatie krijgt, is dat niet erg, als u de pleister volgens de gebruiksaanwijzing heeft gebruikt. U kunt gewoon op de normale begindag starten met een nieuwe pleister. Blijft bij u de menstruatie twee keer na elkaar weg? Controleer dan of u zwanger bent. Het zou kunnen ook zijn dat de pleister geheel of gedeeltelijk heeft losgelaten zonder dat u het heeft gemerkt. In deze situatie kan de betrouwbaarheid van de pleister zijn verminderd. Controleer dan of u zwanger bent. U kunt een zwangerschapstest uitvoeren als u nog maar een paar dagen over tijd bent. Neem contact op met uw arts voor advies.
Meer of minder zin in vrijen
De hormonen in de pleister kunnen invloed hebben op uw zin in seks. Als u hier problemen mee heeft, overleg dan met uw arts.
Oogirritatie bij het dragen van contactlenzen
Wanneer u hier veel last van heeft, raadpleeg dan uw arts.
Meer vocht of slijm uit de vagina
Neem contact op met uw arts, als u hier last van heeft.
Overgevoeligheid. Dit merkt u aan huiduitslag en galbulten. Dit kan zich ook uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.
Als dit ontstaat, moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-Hulpdienst gaan. U mag dit soort middelen in de toekomst dan niet meer gebruiken. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of een ander oestrogeenhormoon niet opnieuw krijgt.
Trombose, waarbij een bloedstolseltje een bloedvat kan afsluiten. Vrouwen ouder dan 35 jaar, die roken, een hoge bloeddruk, te veel cholesterol in hun bloed of overgewicht hebben, lopen meer risico.
Trombose ontstaat meestal in een been, soms komt het bloedstolsel in de longen terecht. U kunt trombose herkennen aan een dikke, harde, rode en pijnlijke plek op het been, soms aan pijn in de kuit en een zwaar gevoel in het been, zelden aan plotseling optredende kortademigheid, soms met pijn of het ophoesten van bloed. Waarschuw in deze gevallen onmiddellijk een arts, of ga meteen naar de Eerste-Hulpdienst. De kans op trombose is het grootst in het eerste jaar dat u dit medicijn gebruikt.
Vrouwen ouder dan 35 jaar, die roken, een hoge bloeddruk, te veel cholesterol in hun bloed of overgewicht hebben, lopen meer risico. Ook bestaat er een erfelijk bepaalde aanleg voor trombose (factor 'V Leiden'). Als u eerder trombose heeft gehad, kunt u deze anticonceptiepleister niet gebruiken. Als in uw familie trombose voorkomt, overleg dan met uw arts.
Overleg ook met uw arts als u een operatie moet ondergaan, enige tijd bedrust moet houden of niet mag lopen. De kans op trombose kan dan tijdelijk verhoogd zijn.Hart- en vaataandoeningen, zoals meer kans op een hartaanval of een beroerte
De kans hierop is groter bij mensen die al meer risico lopen op hart- of vaataandoeningen. Zoals bij mensen die al eerder een hartaanval of beroerte hebben gehad. En mensen met perifeer arteriaal vaatlijden, zoals etalagebenen of een vernauwing of afsluiting van de beenslagader. Overleg met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken. Mogelijk kan uw arts u een andere medicijn voorschrijven.
Borstkanker
Het risico op borstkanker is iets hoger, dan bij vrouwen die geen hormonen gebruiken. Bij vrouwen boven de vijftig neemt het risico op borstkanker toe. Vandaar dat het gebruik van de anticonceptiepleister wordt afgeraden boven de vijftig. Bij vrouwen die borstkanker hebben of hebben gehad, kan de tumor groeien of terugkomen door het gebruik van dit middel. U kunt dit middel daarom beter niet gebruiken. Overleg met uw arts over een mogelijk alternatief.
Galstenen, leveraandoeningen of alveesklierontsteking. Krijgt u hevige pijnaanvallen in de bovenbuik, een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid? Waarschuw dan een arts.
De galstenen zelf zijn vaak pijnloos, een enkele keer ontstaat er een galblaaskoliek. U merkt dit aan hevige pijnaanvallen in de bovenbuik. Waarschuw dan een arts. Een leveraandoening of alvleesklierontsteking merkt u aan een gevoelige, opgezwollen buik of een gele verkleuring van het oogwit of van de huid. Waarschuw dan een arts. Mensen met een hoog vetgehalte in het bloed (hyperlipidemie) hebben meer risico op een alvleesklierontsteking. Overleg hierover met uw arts.
Als u acute porfyrie heeft, een stofwisselingsziekte waarbij men aanvallen krijgt van buikpijn, braken, koorts en hartkloppingen: dit medicijn kan een aanval uitlokken.
Geef aan de apotheker door dat u acute porfyrie heeft. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of andere uitlokkende medicijnen niet krijgt.
Heeft u last van een bijwerking? Meld dit dan bij het bijwerkingencentrum lareb. Hier worden alle meldingen over bijwerkingen van medicijnen in Nederland verzameld. Ik wil een bijwerking melden
Uitleg frequenties
Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen
Gebruik
Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.
Hoe?
- Haal de pleister uit het beschermende zakje en gebruik de pleister dan meteen.
- Breng de pleister aan op een droog, onbehaard, niet beschadigd huidgedeelte van buik, bil, buitenkant bovenarm of de romp, maar niet op de borsten. Druk de pleister stevig vast, zodat de gehele pleister goed vastzit aan de huid.
- Controleer elke dag of de pleister nog goed vastzit. Gebruik op het gekozen huidgedeelte geen lotion, crème, make-up, poeder of andere medicijnen. Dit vergroot de kans op loslaten van de pleister.
- Na een week is de pleister uitgewerkt en moet een nieuwe pleister worden geplakt. Gebruik hiervoor een ander huidgedeelte, eventueel naast de eerder gekozen plek, om irritatie door de pleister te voorkomen.
- Spoel de gebruikte pleister NIET weg door de WC of gootsteen, maar plak de pleister dubbel met de kleeflaag naar binnen en stop hem weer in het afsluitbare zakje. Lever deze in bij de apotheek of doe de pleister bij het klein chemisch afval. Zorg er voor dat kleine kinderen er niet bij kunnen komen.
- Na drie weken volgt een pauze van zeven dagen. Tijdens deze pauze zal een bloeding optreden die lijkt op een menstruatie.
Wilt u uw menstruatie uitstellen? Breng dan na het verwijderen van de derde pleister direct een nieuwe pleister aan, zonder stopweek. Ga door met het gebruik van de pleisters zonder stopweek, zolang u de menstruatie wilt uitstellen. U kunt de menstruatie maximaal 1 jaar uitstellen. Zie ook Menstruatie uitstellen op Thuisarts.nl.
Laat een pleister geheel of gedeeltelijk los?
- Is de periode dat de pleister los zat minder dan 24 uur? Druk de pleister opnieuw goed aan op dezelfde plaats. Als de pleister niet langer kleeft: plaats een nieuwe pleister. Breng nooit tape of verband aan over de pleister om hem beter te laten plakken. Vervang de pleister op de gebruikelijke vervangdag. De methode blijft dan betrouwbaar.
- Is de periode dat de pleister los zat meer dan 24 uur? Of weet u niet hoe lang de pleister los zat? Plak dan direct een nieuwe pleister. En start met een nieuwe cyclus van 4 weken. De vervangdag wordt in dit geval anders. Gebruik een week lang condooms. Twijfelt u? Overleg dan met uw huisarts of apotheker.
Wanneer?
Noteer de dag waarop u begint, bijvoorbeeld woensdag. Noem dit dag één. Op de achtste en vijftiende dag (woensdagen) vervangt u de pleister door een nieuwe. Op dag 22 (woensdag) haalt u de laatste pleister eraf en begint de stopweek. Na precies een week (ook op woensdag) begint u weer met een nieuwe cyclus van drie pleisters.
Om zeker te zijn van een betrouwbare anticonceptie, moet u de eerste keer de pleister aanbrengen op het volgende moment:
- als u voorafgaand GEEN andere anticonceptie met hormonen heeft gebruikt: op de eerste dag van de menstruatie de eerste pleister aanbrengen. Als u later begint dan na de eerste dag van de menstruatie: gebruik de eerste zeven dagen een extra voorbehoedmiddel, bijvoorbeeld een condoom.
- als u voorafgaand een gewone anticonceptiepil heeft gebruikt: op de eerste dag van de bloeding de eerste pleister aanbrengen. Als u later begint dan na de eerste dag van de bloeding: gebruik de eerste zeven dagen een extra voorbehoedmiddel, bijvoorbeeld een condoom.
- als u voorafgaand de minipil heeft gebruikt: u kunt op elk gewenst moment overschakelen op de pleister. Gebruik de eerste zeven dagen een extra voorbehoedmiddel, bijvoorbeeld een condoom.
- als u voorafgaand de prikpil of het implantatiestaafje heeft gebruikt: u kunt de pleister aanbrengen op de dag dat u anders de prikpil zou krijgen of op de dag dat het implantatiestaafje is verwijderd. Gebruik de eerste zeven dagen een extra voorbehoedmiddel, bijvoorbeeld een condoom.
- na een bevalling: meestal zal de arts u adviseren eerst een gewone menstruatie af te wachten, voordat u met de pleister kunt beginnen. In sommige gevallen kan ook eerder worden begonnen. Vraag advies aan uw arts.
- na een miskraam of abortus: vraag advies aan uw arts.
Hoe lang?
U mag één pleister maximaal één week achtereen dragen. Daarna moet de pleister worden vervangen of begint de pleistervrije week.
Als u rookt is het verstandig om rond uw 35ste levensjaar een andere methode van anticonceptie te kiezen. U heeft dan een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Als u niet rookt, kunt u de anticonceptiepleister ook na uw 35ste levensjaar doorgebruiken. Er is geen reden te stoppen als u de anticonceptiepleister al jaren achtereen gebruikt, behalve als u zwanger wilt worden.
Bent u ouder dan vijftig, dan heeft u kans dat u in de overgang bent. Wilt u weten of dit het geval is? Stop dan met het gebruik van de anticonceptiepleister en kijk of u nog menstrueert. Als de menstruatie niet meer komt, weet u dat u in de overgang bent. Misschien merkt u dit ook aan opvliegers, zweetaanvallen en een droge pijnlijke vagina. Deze klachten worden door het gebruik van de anticonceptiepleister onderdrukt, dus u zou deze pleister daarvoor kunnen gebruiken. Beter is het om speciale hormonen tegen overgangsklachten gebruiken. Deze bevatten namelijk minder sterke vrouwelijke geslachtshormonen. Overleg met uw arts hierover.
Vergeten
Bent u vergeten de pleister op de vervangdag te wisselen? Wat u moet doen, hangt af van wanneer u dit bent vergeten. Dit kunt u hieronder lezen. Twijfelt u? Overleg dan met uw huisarts of apotheker. Overleg ook met uw huisarts of apotheker als bent vergeten meerdere pleisters te vervangen.
Week 1:
- Heeft u de eerste pleister te laat opgeplakt? Plak dan direct een nieuwe pleister. En start met een nieuwe cyclus van 4 weken. De vervangdag wordt in dit geval anders. Gebruik een week lang condooms. Heeft u seks gehad voordat u de pleister op plakte? Er bestaat een kans op zwangerschap. Overleg met uw arts.
Week 2:
- Heeft u de eerste pleister één of twee dagen (maximaal 48 uur) te laat vervangen door de tweede pleister? Plak dan direct een nieuwe pleister.
- Heeft u de eerste pleister meer dan twee dagen (48 uur of langer) te laat vervangen door de tweede pleister? Plak dan direct een nieuwe pleister. En start met een nieuwe cyclus van 4 weken. De vervangdag wordt in dit geval anders. Gebruik een week lang condooms.
Week 3:
- Heeft u de tweede pleister één of twee dagen (maximaal 48 uur) te laat vervangen door de derde pleister? Plak dan direct een nieuwe pleister.
Heeft u de tweede pleister meer dan twee dagen (48 uur of langer) te laat vervangen door de derde pleister? Plak dan direct een nieuwe pleister. En start met een nieuwe cyclus van 4 weken. De vervangdag wordt in dit geval anders. Gebruik een week lang condooms.
Week 4:
- Bent u vergeten de laatste pleister van de cyclus op tijd (dag 22) te verwijderen? Verwijder de pleister meteen nadat u er aan denkt. En begin met de eerste pleister van de nieuwe cyclus op de normale vervangdag. De methode blijft betrouwbaar.
Verboden
autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.
Wisselwerking
Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.
De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.
- Tamoxifen en fulvestrant (anti-oestrogenen) en anastrozol, exemestaan en letrozol (aromatase-remmers) die gebruikt worden bij bepaalde vormen van borstkanker. Deze middelen en ethinylestradiol kunnen elkaars werking tegengaan. Overleg met uw arts.
- Lamotrigine, een medicijn tegen epilepsie. De hoeveelheid hiervan in uw bloed kan afnemen. U kunt beter een andere vorm van anticonceptie kiezen. Overleg met uw arts.
- Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.
De volgende medicijnen verminderen ook de betrouwbaarheid van de pleister. Mogelijk vervangt uw arts het medicijn. Of misschien krijgt u een ander anticonceptiemiddel, zoals een spiraaltje of de prikpil. Als dit niet mogelijk is, kunt u condooms gebruiken. Als u stopt met het medicijn is het effect op de hormonen nog vier weken aanwezig. Gebruik daarom condooms tijdens en tot en met vier weken na het stoppen van dit medicijn.
- Medicijnen tegen epilepsie, zoals carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne, oxcarbazepine, perampanel, primidon, rufinamide en topiramaat.
- Modafinil, een medicijn dat gebruikt wordt bij narcolepsie (plotselinge slaapaanvallen).
- Medicijnen tegen tuberculose rifampicine en rifabutine.
- Sint-janskruid (hypericum), een middel gebruikt bij depressie.
- Medicijnen tegen misselijkheid en braken aprepitant en fosaprepitant.
- Bosentan, een medicijn dat wordt gebruikt bij pulmonale arteriële hypertensie, een ernstige vorm van hoge bloeddruk in de longen. Omdat bosentan schadelijk kan zijn voor de ongeboren baby is het extra belangrijk om zwangerschap te voorkomen.
- Griseofulvine, een antischimmelmiddel.
Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.
Zwangerschap
Zwangerschap
Gebleken is dat het gebruik van de anticonceptiepil gedurende de eerste maanden van een eventuele zwangerschap geen kwaad doet aan de baby. Verwacht wordt dat dat bij de pleister hetzelfde is.
Borstvoeding
Vanaf 6 weken na de bevalling kunt u deze pleister veilig gebruiken tijdens het geven van borstvoeding. De hormonen uit deze pleister komen in een zeer kleine hoeveelheid in de moedermelk. Dit is waarschijnlijk niet schadelijk voor de baby. Over het gebruik tot 6 weken na de bevalling is nog te weinig bekend. Gebruik tot 6 weken liever een ander voorbehoedmiddel, zoals condooms.
Stoppen
U kunt met dit medicijn stoppen wanneer u wilt. U hoeft niet een periode van drie weken af te maken. Als u stopt, krijgt u na enkele dagen een bloeding. U bent na het verwijderen van de pleister wel meteen vruchtbaar; u kunt dus direct zwanger worden.
Stopt u omdat u zwanger wilt worden? Het is niet nodig een paar maanden te wachten met zwanger worden. Wel is het verstandig meteen foliumzuur (0.4 of 0.5 mg in tabletvorm) te slikken. Slik het in ieder geval vanaf 4 weken voor de bevruchting tot en met 10 weken na de laatste menstruatie. Deze vitamine vermindert het risico op een aangeboren neurologische aandoening bij de baby, zoals een 'open ruggetje'. Vraag ernaar bij de apotheek.
Handelsinformatie
Dit medicijn is sinds 2002 internationaal op de markt. Het is op recept verkrijgbaar onder de merknaam Evra.
Disclaimer
Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.