cortison

Introductie

Cortison is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.

Bijnierschorshormoon is nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan. Verder remt het ontstekingen en overgevoeligheidsreacties.
Artsen schrijven cortison voor om een tekort aan bijnierschorshormoon aan te vullen bij bijnierziekten. Zoals de ziekte van Addison, na behandeling van de ziekte van Cushing en bij het adrenogenitaal syndroom.


Instructiefilmpje

Film 1 - Slikken van medicijnen


Highlight

  • Cortison is een bijnierschorshormoon (corticosteroïd). Het is nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan. Het remt ook ontstekingen en overgevoeligheidsreacties.
  • Wordt vooral gebruikt om een tekort aan bijnierschorshormoon aan te vullen bij bijnierziekten. Zoals de ziekte van Addison, na behandeling van de ziekte van Cushing en bij het adrenogenitaal syndroom.
  • Als de dosering goed is ingesteld, heeft u weinig kans op bijwerkingen. Maagklachten of darmklachten kunnen wel optreden. Overleg met uw arts of u dit medicijn na de maaltijd kunt innemen. Dat voorkomt deze klachten meestal.
  • De dosering is meestal tweederde van de hoeveelheid in de ochtend en eenderde laat in de middag. Neem de ochtenddosis zo vroeg mogelijk.
  • Neem extra cortison bij ziekte, stress, medische ingrepen of inspanning.
  • Er zijn veel wisselwerkingen met andere middelen. Laat uw apotheker controleren of u het veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen, ook die u zonder recept heeft gekocht.
  • U mag dit medicijn gebruiken als u zwanger bent of zwanger wilt worden.
  • U mag dit medicijn gebruiken als u borstvoeding geeft.

    Download hier de samenvatting


Werking

Bijnierziekten

Bijnierschorshormoon
Cortison wordt door het lichaam omgezet in cortisol (ook wel hydrocortison genoemd). Dat is een lichaamseigen hormoon gemaakt in de bijnierschors. Cortison wordt gebruikt wanneer de eigen bijnierschors geen of te weinig cortisol aanmaakt.
Cortisol speelt een rol bij de afweer (immuunsysteem), inspanning en stress. Het is ook belangrijk voor een goede regeling van de hoeveelheid glucose in het bloed.

Oorzaken
Een tekort aan cortisol kan het geval zijn bij:

  • Een verminderde werking van de bijnierschors. Bijvoorbeeld bij de ziekte van Addison, of het adrenogenitaal syndroom, of als de bijnieren zijn verwijderd vanwege de ziekte van Cushing.
  • Een verminderde werking van de hypofyse. Dit is een klier in de hersenen die de bijnierschors ‘opdracht’ hoort te geven om cortisol te maken. Een verminderde werking van de hypofyse kan onder andere ontstaan door een operatie aan de hypofyse (bijvoorbeeld bij de ziekte van Cushing).

Dagritme
De natuurlijke aanmaak van cortisol vertoont een dagritme. In de vroege ochtend komt veel  cortisol vrij en tijdens de dag steeds minder. Bij inspanning, ziekte of stress geeft de bijnierschors juist een grote hoeveelheid in een keer af.
De behandeling met cortison moet ook een dergelijk patroon vertonen. Daarom moet u 's ochtends meestal meer cortison gebruiken dan `s avonds. En moet u bij ziekte of ernstige stress extra cortison innemen.

Corticosteroïd-crisis
Bij een plotseling tekort aan cortisol (levensbedreigende corticosteroïd-crisis) moet soms een bijnierschorshormoon per injectie worden gegeven. Want dat werkt sneller. Ook is men tijdens zo’n crisis niet meer altijd in staat tabletten of capsules te slikken.

Lees meer over bijnierziekten . "

Ziekte van Addison

Oorzaak
Bij de ziekte van Addison werken de bijnieren niet goed. Het gevolg is een tekort aan cortisol en aan enkele andere hormonen, namelijk  sommige mannelijke geslachtshormonen en aldosteron  (een hormoon van belang voor de bloeddruk).

Behandeling
De behandeling bestaat meestal uit een combinatie van cortison of hydrocortison met fludrocortison. Fludrocortison dient dan als vervanging voor aldosteron. Mannelijke geslachtshormonen worden soms aangevuld met DHEA (prasteron).

Hierboven, bij Bijnierziekten, leest u hoe cortison werkt bij een tekort aan bijnierschorshormoon.

Lees meer over ziekte van addison . "

Ziekte van Cushing

Oorzaak
De buitenkant van de bijnieren (de ‘schors’), maakt onder andere cortisol, mannelijke geslachtshormonen en aldosteron (een hormoon van belang voor de bloeddruk). De hypofyse geeft ‘opdracht’ om deze hormonen te maken. De hypofyse is een klier in de hersenen.
Bij de ziekte van Cushing maakt de bijnierschors te veel bijnierschorshormoon aan. Dit komt meestal door een goedaardige tumor in de hypofyse. Maar het kan ook komen door een tumor in een van de bijnieren of ergens anders in het lichaam. Een operatie aan de hypofyse of de bijnieren zelf kan dan nodig zijn.

Behandeling
Na een operatie aan de hypofyse kan de hoeveelheid bijnierschorshormoon tijdelijk te laag zijn. Dan moet het bijnierschorshormoon worden aangevuld.
Na verwijdering van de bijnieren is het altijd nodig de bijnierschorshormonen aan te vullen. Cortison wordt ook toegepast als maar één van de bijnieren is verwijderd. Het wordt dan gebruikt totdat de andere bijnier weer voldoende cortisol aanmaakt.

Hierboven, bij Bijnierziekten, leest u hoe cortison werkt bij een tekort aan bijnierschorshormoon.

Lees meer over ziekte van cushing . "

Adrenogenitaal syndroom

Oorzaak
Bij het adrenogenitaal syndroom is de aanmaak van hormonen door de bijnieren gestoord. Ze maken dan bijvoorbeeld te weinig cortisol. En te veel mannelijke geslachtshormonen. En te weinig aldosteron (een hormoon van belang voor de bloeddruk).

Behandeling
De behandeling bestaat meestal uit de combinatie van cortison of hydrocortison met fludrocortison. Fludrocortison vervangt dan aldosteron.

Hierboven, bij Bijnierziekten, leest u hoe cortison werkt bij een tekort aan bijnierschorshormoon.

Lees meer over adrenogenitaal syndroom . "


Bijwerkingen

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. De kans op deze bijwerkingen hangt af van uw eigen gevoeligheid voor deze bijwerkingen en hoe goed u bent ingesteld op cortison.

  • U gebruik cortison omdat u zelf te weinig bijnierschorshormoon aanmaakt (substitutietherapie). Daarom krijgt u geen last van bijwerkingen als de dosering goed is ingesteld.
  • U heeft wel kans op bijwerkingen aan het begin van de behandeling en als u niet goed bent ingesteld. Deze bijwerkingen zijn soms lastig of vervelend, maar meestal niet gevaarlijk of schadelijk.
  • Als u meerdere weken niet goed bent ingesteld u heeft een kleine kans op andere ernstigere bijwerkingen.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Bijwerkingen die u meteen vanaf het begin kunt krijgen:

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maag- of darmklachten, zoals maagpijn, misselijkheid, opkomend maagzuur, een opgezette buik, diarree of verstopping

    Overleg met uw arts of u dit medicijn na de maaltijd kunt innemen. Dat voorkomt deze klachten meestal.

  • Meer kans op infecties met bacteriën, virussen of schimmels

    Overleg voor gebruik met uw arts als u een infectie heeft, zoals tuberculose. Dat is nodig omdat sluimerende infecties door dit medicijn erger kunnen worden. Ook heeft u het minder snel in de gaten als een infectie uit de hand loopt. Dit medicijn vermindert namelijk de verschijnselen van een ontsteking, zoals roodheid en zwelling.
    Neem in elk geval contact op met uw arts bij:

    • een ontsteking die opeens opkomt;
    • ontstekingen in of rond uw ogen;
    • ontstekingen waarvan u weet of vermoedt dat deze door een virus zijn veroorzaakt, zoals gordelroos;
    • als in uw omgeving mazelen of waterpokken heerst;
    • als u een wond heeft die slecht geneest;
    • als u gevaccineerd moet worden, bijvoorbeeld tegen tropische ziekten. Mogelijk reageert uw lichaam onvoldoende op de inenting.

     

  • Hoofdpijn en duizeligheid

  • Spierklachten, zoals spierzwakte, snel vermoeid, spierpijn, trillende handen en spierkrampen in handen, voeten en benen. Dit kan na stoppen nog lang duren. Mensen met de spierziekte myasthenia gravis kunnen hier extra last van hebben. Raadpleeg uw arts als uw klachten erger worden.

  • Veranderingen in gevoel en stemming, Dit kan per persoon verschillen. U kunt energieker, prikkelbaar, rusteloos, angstig of agressief worden, maar ook neerslachtig, futloos of vermoeid.
     

    Heeft u veel last van deze stemmingsveranderingen? Praat erover met uw arts. Mogelijk moet de dosering iets lager.
    Heeft u slaapproblemen door de rusteloosheid? Het kan helpen cortison in één keer vroeg op de dag in te nemen. Overleg hierover met uw arts.
    Bent u depressief of wordt u hiervoor behandeld? Overleg met uw arts voor u dit medicijn gaat gebruiken.

  • Te hoge bloedsuiker. U merkt dit aan veel dorst en veel plassen.
    Heeft u diabetes? Uw bloedsuiker kan stijgen door dit medicijn. Meet in de volgende gevallen extra vaak uw bloedsuiker:

    • Als u dit medicijn in een hoge dosering (stootkuur) langer dan 10 dagen gaat gebruiken.
    • Als u last heeft van dorstdroge mondveel plassen en moe zijn. Deze klachten komen door een te hoge bloedsuiker.
    • Bij een infectie.

    Heeft u een te hoge bloedsuiker? Raadpleeg dan uw arts. Mogelijk heeft u tijdens de behandeling meer glucoseverlagers nodig.

  • Vochtophoping (oedeem). Dit merkt u vooral aan opgezwollen enkels en voeten.
    Mensen die al last van oedeem hebben, bijvoorbeeld door hartfalen zijn hier extra gevoelig voor. Overleg daarom voor gebruik met uw arts als u hartfalen of oedeem heeft.

  • Stoornissen in uw hartritme

    Raadpleeg uw arts als u dit merkt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Maagzweer of darmzweer

    Dit medicijn kan een maagzweer verergeren. Overleg voor gebruik met uw arts of apotheker als u een maag- of darmzweer heeft of kortgeleden heeft gehad. Misschien heeft u een maagbeschermer nodig. Raadpleeg uw arts als uw maagklachten verergeren.

  • Een te hoge bloeddruk

    Het treedt vooral op bij doseringen van meer dan 30 mg per dag bij mensen die hier gevoelig voor zijn. Overleg voor gebruik met uw arts als u een hoge bloeddruk heeft of hiervoor behandeld wordt. Uw bloeddruk moet vaker gecontroleerd.

  • Ernstige psychische klachten, zoals overdreven opgewekt gevoel, impulsief gedrag en verwardheid. En wanen (u gelooft of denkt dingen die niet kloppen) en hallucinaties (u ziet, voelt of hoort dingen die er niet zijn).

    Overleg bij deze verschijnselen met uw arts.

  • De hik

    Raadpleeg uw arts als u hier last van blijft houden.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten of jeuk.
    Een heel enkele keer ontstaat een ernstige allergie (met onder andere benauwdheid, zwelling van mond, keel, verlies van het bewustzijn). Ga dan direct naar een arts of Eerste-Hulpdienst.

    In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor cortison. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Als de dosering bij substitutietherapie wekenlang te hoog is ingesteld: u heeft meer kans op onderstaande bijwerkingen. Ze treden soms pas na maanden op, of zelfs als u al bent gestopt.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Zwaarder worden en een andere vetverdeling

    Dit komt door een andere opbouw en afbraak van vet, meer eetlust en vasthouden van vocht. Vet gaat vooral zitten op de buik en op de bovenkant van de rug. Het is vaak nodig uw eetgewoontes aan te passen om uw gewicht op peil te houden. Een diëtist kan u daarbij helpen.

  • Dik gezicht (bolle wangen)

    Net als de gewichtstoename is dit voor velen een belangrijk nadeel van de behandeling. Het verdwijnt weer als u stopt met het medicijn.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Dunnere huid, waardoor u sneller blauwe plekken heeft en streepvormige littekens (striae)

    Enige maanden na het stoppen met de behandeling heeft de huid meestal weer zijn normale dikte terug. De littekens verdwijnen niet meer.

  • Rood geaderde of rode huid in het gezicht en puntvormige huidbloedinkjes

  • Verminderde werking van de bijnierschors. Vooral kinderen zijn gevoelig voor deze bijwerking.

    Hier heeft u tijdens de behandeling geen last van, maar na het stoppen heeft uw bijnierschors tijd nodig om op gang te komen om weer zelf bijnierschorshormonen aan te maken. Dit kan meerdere maanden duren.

  • Groeivertraging bij kinderen

    Het is belangrijk dat een arts regelmatig de lichaamslengte en het lichaamsgewicht controleert. Als blijkt dat het kind te weinig groeit, kan de arts adviseren dit medicijn niet elke dag, maar elke 2 dagen te nemen. Dit herstelt de groei.

  • Broze botten (osteoporose), waardoor deze eerder breken

    Het is belangrijk tijdens het gebruik van dit medicijn voldoende kalk te gebruiken (in de vorm van zuivelproducten of eventueel als tabletten). Ook lichaamsbeweging is nodig, omdat dat zorgt voor een actieve opbouw van de botten. In veel gevallen zal de arts u adviseren ook medicijnen tegen botontkalking te gebruiken.

  • Te weinig kalium in het bloed. Dit merkt u onder andere aan spierkrampen, spiertrekkingen, spierpijn, spierzwakte, minder eetlust, verstopping en hartkloppingen of een overslaand hart.

    Neem bij een of meer van deze klachten contact op met uw arts.

  • Te veel cholesterol in het bloed, na meerdere maanden gebruik

    Hierdoor heeft u meer kans op hart- of vaatziekten. Uw arts kan medicijnen voorschrijven om de hoeveelheid cholesterol in uw bloed te verlagen.

  • Staar (een blijvende vertroebeling van de ooglens: cataract). Neem contact op met uw arts als u slechter, wazig of dubbel ziet.

    Staar komt meestal alleen voor bij gebruik gedurende meerdere jaren.

  • Glaucoom (verhoogde oogboldruk). Waarschuw uw arts als u minder goed gaat zien of als u hevige pijn achter uw oog heeft die niet binnen enkele uren wegtrekt.

    Glaucoom komt meestal alleen voor bij gebruik gedurende meerdere jaren. Overleg met uw arts als u weet dat u glaucoom heeft, terwijl u daar niet voor wordt behandeld.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Huidklachten, zoals slecht genezende wonden, acne (jeugdpuistjes), veel zweten, meer lichaamsbeharing (vooral in het gezicht) en donkere of juist lichte plekken op de huid.

  • Peesontsteking en makkelijker scheuren van pezen, vooral van de achillespees

  • Impotentie

  • Bij vrouwen: wegblijven van de menstruatie tijdens de behandeling

  • Ernstige hart-vaataandoening, zoals hartfalen, een hartaanval of een beroerte

    Hier is meestal pas kans op na meerdere maanden een te hoge dosering.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen


Gebruik

Kijk voor de goede dosering altijd op het etiket van de apotheek.
Vraag aan uw arts ook een duidelijke instructie op papier. De doseringsschema's bij dit medicijn zijn vaak ingewikkeld, omdat het afhankelijk is van uw persoonlijke situatie. Als u hoog in de bergen bent, heeft u bijvoorbeeld soms een hogere dosering nodig.

Hoe?
De tabletten doorslikken met een half glas water. Als u vindt dat ze een onplezierige bittere smaak hebben, kunt u ze innemen met een lepel vla of yoghurt.
Krijgt u van dit medicijn last van uw maag? Overleg met uw arts of u de tabletten na de maaltijd kan innemen om maagklachten te voorkomen.

Wanneer?

  • Om een tekort aan eigen cortisol te vervangen moet u cortison meestal in 2 of 3 keer innemen. Twee derde van de hoeveelheid in de ochtend en een derde laat in de middag. U bootst dan de natuurlijke situatie na. Want de aanmaak van het lichaamseigen cortisol is 's ochtends ook het grootst.
  • Neem de ochtenddosis zo vroeg mogelijk in. Blijf eventueel daarna nog enige tijd in bed om 'op gang te komen'.
  • Soms adviseert de arts een ander schema, bijvoorbeeld een dosis vlak voor u gaat slapen (bij het adrenogenitaal syndroom).
  • Houd er rekening mee dat er toch nog een plotseling tekort aan cortisol kan ontstaan. Bijvoorbeeld als u koorts heeft of u extreem heeft ingespannen.
    U kan dan een corticosteroïd-crisis of Addison-crisis krijgen. De verschijnselen hiervan zijn: geen eetlust, duizeligheid, misselijkheid, braken, krampende buikpijn en diarree. Vaak ook koorts, slaperigheid, sufheid, zwakte of ernstige vermoeidheid,
    Ook kan een ernstig vochttekort optreden. U merkt dit aan een droge huid en slijmvliezen, duizeligheid door een lage bloeddruk en vaak diepliggende ogen. Het is dan heel belangrijk uw bloeddruk te laten meten.
    Bij deze verschijnselen moet u snel het tekort aanvullen met cortison of een ander bijnierschorshormoon. Waarschuw bij een beginnende crisis ook direct uw specialist.
    Verwacht u de situatie al? Bijvoorbeeld bij een examen of het laten verwijderen van een moedervlek. , Neem dan vooraf al extra cortison in.

Hoelang?
Bij de meeste bijnierziektes moet u dit middel levenslang gebruiken.


Vergeten

Gebruik de vergeten dosis dan alsnog zo snel mogelijk.


Verboden

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.


Wisselwerking

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Ontstekingsremmende pijnstillers, zoals acetylsalicylzuur, diclofenac, ibuprofen en naproxen. Deze pijnstillers hebben als bijwerking maag- en darmzweren. De kans hierop is groter als u ook cortison gebruikt De pijnstiller paracetamol heeft deze bijwerking niet. Deze kunt u wel veilig gebruiken.
    Heeft u een ontstekingsremmende pijnstiller nodig? Overleg met uw arts of apotheker. Als u cortison gebruikt moet u vaak ook een maagbeschermend middel slikken.
  • Bepaalde vaccins, bijvoorbeeld bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR-vaccin), rotavirusvaccin, varicellavaccin (tegen waterpokken) en BCG-vaccin (tegen tuberculose). Als u cortison niet gebruikt als substitutietherapie, maar voor andere aandoeningen dan bijnierziekten, kan uw lichaam onvoldoende reageren op deze vaccins. U kunt er dan ziek van worden omdat cortison de werkzaamheid van deze vaccins vermindert en de kans op bijwerkingen ervan kan verhogen. Als u cortison gebruikt als substitutietherapie is dit geen probleem. Overleg hierover met uw arts.
  • De antistollingsmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Gebruikt u een hoge dosering van cortison? Dan kan de werking van het antistollingsmedicijn toenemen. Overleg hierover met uw arts. Meld het aan de trombosedienst als u cortison gaat gebruiken en als u ermee stopt.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. De werking of bijwerkingen van deze medicijnen kunnen veranderen. Overleg hierover met uw arts.

De volgende medicijnen verminderen de werking van cortison. Dit is van belang als u cortison langer dan 2 weken achter elkaar gebruikt. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Ook als u met een van deze medicijnen gaat stoppen.

  • De medicijnen tegen epilepsie carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon.
  • De medicijnen tegen tuberculose rifabutine en rifampicine.
  • Sint-janskruid (hypericum), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.


Zwangerschap

Gebruikt u dit medicijn als substitutietherapie? Dit is het veilig voor de baby. Het is dan wel belangrijk dat de dosering goed is ingesteld. Raadpleeg uw arts.


Stoppen

Gebruikt u dit medicijn omdat u zelf niet of onvoldoende bijnierschorshormonen aanmaakt (substitutietherapie)? Dan is het gebruik vaak levenslang. Als u toch stopt moet u meestal meteen overstappen op een ander bijnierschorshormoon. Overleg hierover met uw arts.

Moet u wel stoppen Bouw dan langzaam af, in overleg met uw arts. Als u niet langzaam afbouwt kunt u last krijgen van ernstige ziekteverschijnselen. Zoals hoofdpijn, spierpijn, trillen, duizeligheid, hartkloppingen, diarree, misselijkheid, zwakte en een lamlendig gevoel.
Heeft u de huidziekte psoriasis? Deze huidziekte kan verergeren als u te snel stopt.


Handelsinformatie

Ja, u heeft een recept nodig.

Cortison is sinds 1950 internationaal op de markt. In tabletten is het op recept verkrijgbaar als het merkloze Cortison.


Disclaimer

Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.