tetanusvaccin

Introductie

Het tetanusvaccin bevat onschadelijk gemaakte gifstoffen van tetanusbacteriën. Het beschermt tegen infecties met de tetanus-bacterie.

Het wordt gegeven als vaccinatie aan mensen die meer kans hebben op een tetanus-infectie.


Highlight

  • Tetanusvaccin beschermt tegen infecties met de tetanusbacterie.
  • Om tetanus (wondkramp) te voorkomen. Het zit in het Rijksvaccinatieprogramma (in de DTP-prik en de DKTP-Hib-HepB-prik voor jonge kinderen).
  • Is het meer dan 10 jaar geleden dat u ingeënt bent met tetanusvaccin, DKTP-Hib-HepB of DTP? Dan kunt u een nieuwe vaccinatie nodig hebben. Bijvoorbeeld als u door uw beroep veel in aanraking komt met straatvuil of als u reist naar een land met slechte medische zorg. Ook als u een diepe wond krijgt waar straatvuil in is gekomen.
  • Een herhalingsinjectie beschermt 10 jaar lang.
  • Volwassenen: bent u niet eerder ingeënt tegen tetanus en heeft u een diepe wond met straatvuil erin? Dan heeft u 3 injecties nodig: de tweede 1 maand na de eerste, de derde 6 maanden na de tweede.
  • De injectie werkt niet meteen. Krijgt u een tetanusinjectie vanwege een wond? Meestal krijgt u ook een injectie met antistoffen. Deze beschermen u wel direct tegen de tetanusbacterie.
  • De plaats van de injectie kan wat rood, pijnlijk of gezwollen worden. Dit trekt vanzelf weer weg.

Download de samenvatting

 


Werking

Infecties met bacteriën

Tetanus
Tetanus is een ernstige spierziekte veroorzaakt door de gifstoffen van de tetanus-bacterie. Het begint meestal met hoofdpijn en spierkrampen in de kaken.

Een andere naam voor tetanus is kaakklem. Binnen enkele dagen nemen de spierkrampen toe. Ze verplaatsen zich dan over het hele lichaam. Ook de ademhalingsspieren kunnen verkrampen, waardoor ademen moeilijker gaat.
Zonder behandeling is tetanus dodelijk, daarom is vaccinatie nodig.

Oorzaak 
U kunt tetanus krijgen door besmetting met de tetanus-bacterie. Deze komt voor in aarde, straatvuil en mest van dieren. De bacterie kan via een verwonding in het lichaam komen en zich daar gaan vermenigvuldigen. Dat gebeurt vooral in kleine, diepe wonden, diepe tweede- en derdegraads brandwonden en bij dierenbeten.

Tetanus voorkomen
Tegen deze ziekte kunt u worden gevaccineerd met een injectie. Na injectie maakt het lichaam afweerstoffen tegen de gifstoffen van de tetanus-bacteriën. Als u dan in aanraking komt met die gifstoffen, kan uw lichaam deze effectiever onschadelijk maken.

Het vaccin beschermt gedurende 10 jaar tegen tetanus.

Lees meer over infecties met bacteriën . "

Vaccinaties

Rijksvaccinatieprogramma
De meeste mensen zijn als kind tegen tetanus gevaccineerd via het Rijksvaccinatieprogramma. Meestal voert het consultatiebureau de inenting uit.
Deze inenting vindt plaats op de leeftijd van 3, 5 en 11 maanden, en bij 4 en 9 jaar. Soms ook bij 2 maanden. Na die laatste vaccinatie houdt de bescherming 10 jaar aan.

Kinderen zijn zo tot ongeveer hun 19e jaar beschermd tegen tetanus.

Herhaling vaccinatie
Na die tijd is een nieuwe vaccinatie nodig, als zij extra kans lopen op een infectie met tetanus.

Bij volwassenen: als u volgens het Rijksvaccinatieprogramma gevaccineerd bent, is een herhaling van één injectie voldoende om u weer 10 jaar te beschermen.
Dit is bijvoorbeeld het geval bij:

  • mensen in bepaalde beroepen, zoals vuilnisophalers, rioolwerkers, grondarbeiders, hoveniers, land- en tuinbouwers, veehouders, dierenverzorgers, dierenartsen en veldsporters; 
  • mensen die drugs spuiten; 
  • reizigers naar landen met slechte medische voorzieningen. Als u in zo’n land een verwonding oploopt is het vaak niet mogelijk om u veilig tegen tetanus te laten vaccineren.
Lees meer over vaccinaties . "


Bijwerkingen

Behalve het gewenste effect kan dit medicijn bijwerkingen geven. Deze ontstaan vooral doordat uw afweersysteem denkt dat er sprake is van een echte infectie. De bijwerkingen zijn dus een signaal dat het vaccin aanslaat.


De meest voorkomende bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn op de plaats van de injectie, zelden met roodheid, zwelling of harde plek onder de huid.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Flauwvallen

    Meestal gebeurt dit vlak voor, tijdens of na de vaccinatie. Dit komt meestal doordat het zenuwstelsel gevoelig reageert op prikkels van buitenaf. Meld het in elk geval bij een volgende vaccinatie, zodat u de volgende vaccinatie zittend of liggend kunt krijgen.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Griepachtige verschijnselen, zoals hoofdpijn, koorts, spierpijn, misselijkheid en braken.

    Deze verschijnselen houden meestal niet langer dan één tot twee dagen aan. Een enkele keer duren ze tot twee weken.

  • Overgevoeligheid. U kunt dat merken aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

    In zeldzame gevallen ontstaat er koorts, benauwdheid, of flauwvallen. Waarschuw dan meteen uw arts.
    In beide gevallen mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dit vaccin. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit vaccin niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen


Gebruik

Hoe?
De arts of verpleegkundige geeft de injectie in de spier van de bovenarm of dijbeen.

Wanneer?

Kinderen
Het Rijksvaccinatieprogramma start bij kinderen in het eerste levensjaar met DKTP-Hib-HepB-prikken. Dit vaccin beschermt behalve tegen tetanus ook tegen difterie, kinkhoest, polio, Haemofilus influenzae B en Hepatitis B. Na 3 of 4 DKTP-Hib-HepB-prikken in het eerste jaar, krijgen kinderen in het vierde jaar een DKTP-prik en in het negende jaar nog een DTP-prik.

De overige vaccinaties in het Rijksvacccinatieprogramma, zijn terug te vinden in het volledige inentingsschema.

Volwassenen, om een tetanusbesmetting te voorkomen

  • Als u als al eerder een keer tegen tetanus bent ingeënt, is 1 nieuwe inenting voldoende om minstens 10 jaar beschermd te zijn. Bent u nog niet eerder ingeënt, dan heeft u 3 inentingen nodig: de eerste 2 met een maand ertussen, de laatste 6 maanden na de tweede inenting. De bescherming tegen tetanus duurt minstens 10 jaar. Als u elke 10 jaar opnieuw 1 inenting krijgt, blijft u steeds beschermd tegen tetanus.
  • Heeft een stoornis van uw immuunsysteem? Dan zijn vaak 3 inentingen met het tetanusvaccin nodig.

Volwassenen, bij een verwonding, zoals een dierenbeet of bij een diepe wond met straatvuil

  • Als de laatste inenting langer dan 10 jaar geleden is, dan is 1 inenting voldoende. Dit moet zo snel mogelijk na de verwonding: toediening is zinvol tot maximaal drie weken na de verwonding.
  • Ook kan een eenmalige injectie met antistoffen tegen tetanus nodig zijn. Deze injectie heeft u nodig als u een stoornis heeft van uw immuunsysteem en als u niet eerder of niet volledig bent ingeënt. Dit moet zo snel mogelijk na de verwonding: toediening is zinvol tot maximaal 3 weken na de verwonding. Deze antistoffen beschermen u direct doordat ze het gif van de tetanusbacterie neutraliseren. Het werkt echter maar kort, vandaar dat u ook 3 vaccinaties nodig heeft: de eerste 2 met een maand ertussen, de laatste 6 maanden na de tweede inenting, zodat het lichaam zelf de antistoffen gaat aanmaken. Overleg hierover met uw arts.

Heeft u hoge koorts op het moment van injectie, bijvoorbeeld door een infectie? Stel de vaccinatie dan indien mogelijk uit tot u weer beter bent. De koorts kan namelijk verergeren.

Hoe lang?
In de meeste situaties is 1 vaccinatie voldoende om u weer 10 jaar tegen tetanus te beschermen.

Heeft u toch een volledige vaccinatie nodig? Dan krijgt u gedurende 7 maanden in totaal 3 inentingen. De tweede inenting een maand na de eerste en de derde weer een half jaar later.


Vergeten

Laat de inenting dan alsnog zo snel mogelijk uitvoeren.


Verboden

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit vaccin zijn hiervoor geen beperkingen.


Wisselwerking

Dit vaccin heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De onderstaande medicijnen verminderen de werking van het vaccin. Hierdoor bent u mogelijk onvoldoende beschermt. Overleg hierover met uw arts. Uw arts zal u extra controleren. Als het nodig is, krijgt u een tweede vaccinatie.

  • Medicijnen tegen kanker die het afweer onderdrukken, zoals dasatinib, imatinib en methotrexaat.
  • Bijnierschorshormonen, zoals betamethason, hydrocortison en prednisolon.
  • Afweeronderdrukkende medicijnen gebruikt bij onder andere reumatoïde artritis en na een orgaantransplantaties, zoals azathioprine, ciclosporine en tacrolimus.

Twijfelt u eraan of de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang zijn? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.


Zwangerschap

Zwangerschap
U kunt dit medicijn veilig gebruiken. Het wordt al jarenlang gebruikt door zwangere vrouwen zonder nadelige gevolgen voor het kind.

Borstvoeding
U kunt dit vaccin veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of dit vaccin in de moedermelk terecht komt. Als het in de moedermelk terecht komt, is het niet schadelijk voor de baby.


Stoppen

Als u de kuur niet helemaal afmaakt, bent u niet voldoende beschermd tegen tetanus. Stop niet tussentijds, maar zorg dat u alle inentingen ontvangt.


Handelsinformatie

Ja, u heeft een recept nodig.

Het tetanusvaccin is sinds 1933 in Nederland op de markt. Het vaccin is op recept te krijgen onder de naam Tetanusvaccin NVI.


Disclaimer

Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.